Soorten vloerverwarming

Door de voortschrijdende techniek is er haast geen situatie meer denkbaar waar vloerverwarming om technische redenen niet zou kunnen worden toegepast. Vloerverwarming kan worden toegepast op twee soorten vloeren: droogbouw en natbouw.

Onder droogbouw vloerverwarming worden alle vormen van vloerverwarming verstaan die geen nieuwe zandcement dekvloer of andere afwerking behoeven. Deze vormen van vloerverwarming kunnen dus rechtstreeks op of in de bestaande vloer aangebracht worden, waarna de vloerbekleding er meteen overheen kan (zij het bij sommige vloerbekledingen voorafgegaan door een egalisatie laag).

Onder natbouw vallen vloerverwarmingen op krimpnetten, noppenplaten en tackerplaten. Alle systemen waarbij dus een 'natte' dekvloer over aangebracht dient te worden. Bij deze technieken wordt de verwarmingsbuis volledig en direct in een zandcementspecie gestort. De natbouwsystemen zijn iets duurder dan vloerverwarming frezen, waarbij de meerkosten liggen in het materiaal wat er voor nodig is. Hoewel het een langere opwarmtijd nodig heeft, houdt het de warmte wel langer vast dan de ingefreesde uitvoering.

Houd bij de keuze voor een natbouw systeem rekening met de droogtijd van de dekvloer. Deze bedraagt ca 1 week per centimeter zandcement. Uitgaande van een opbouwhoogte van 5 centimeter komt dit in de praktijk neer op ca 4 à 5 weken voordat de vloer opgestookt mag worden. Een methode om de droogtijd enigszins te versnellen is het gebruik van anhydriet of droogtijdversnellers.

Er zijn drie soorten vloerverwarmingen die toegepast kunnen worden in alle ruimtes:

Bij hoofdverwarming wordt alle warmte 'gemaakt' door de vloerverwarming; radiatoren zijn daardoor overbodig geworden. Lees meer over hoofdverwarming

Ook wel 'luxe bijverwarming' genoemd. De warmteafgifte is prettig, maar niet afdoende om het helemaal zonder radiatoren te regelen. Er zullen dus altijd een paar radiatoren aanwezig moeten zijn. Lees meer over uitgebreide bijverwarming

Dit is een systeem waarmee net de kou van de stenen vloer wordt gehaald. Meestal wordt het toegepast in garages e.d.. Door de relatief grote afstand tussen de buizen is het vermogen van de verwarming onvoldoende voor het volledig verwarmen van de ruimte. Er zal dus een aanvullende verwarming moeten worden opgenomen; in de vorm van radiatoren of anderszins. Lees meer over bijverwarming

Bij het toepassen van vloerverwarming kan er worden gekozen uit twee systemen: verwarming door middel van water of verwarming door middel van elektriciteit.

Bij dit systeem wordt de vloer voorzien van kunststof leidingen waar water door stroomt. De slangen worden aangesloten op een zogenaamde regel- of verdeelunit. Deze unit fungeert als 'tussenstation' tussen de vloerverwarming en het centrale verwarmingssysteem. Op de unit is een pomp aanwezig die zorgt voor circulatie van het water in het vloerverwarmingssysteem. Verder zit er een thermostaatkraan op die voorkomt dat water van een te hoge temperatuur in het systeem (en dus in de vloer) stroomt. Deze unit mengt (afhankelijk van de stand van de thermostaatkraan) warm water met kouder retourwater (uit het vloerverwarmingssysteem) zodat zowel de vloer als de vloerverwarming op temperatuur blijft.

Een andere keuze is om vloerverwarming op elektriciteit te leggen. Hier wordt de warmte verzorgt door het aanbrengen van elektriciteitsdraden vlak onder de vloertegels. Omdat dit systeem wat ons betreft alleen aantrekkelijk is wanneer een snelle opwarmtijd nodig is, in combinatie met een niet al te langdurige periode van verwarmen (bijvoorbeeld slechts één uur per dag in een badkamer), wordt hier verder niet op ingegaan. Wanneer u hierover toch vragen heeft, neem dan contact met ons op.